Recensie door Marijn van der Jagt in De Groene Amsterdammer.

Acteur Michaël Bloos had drie jaar geleden net première gehad van een voorstelling waar hij in speelde, toen zijn zus Amber belde. Er was een bericht gekomen van het Consulaat van Nederland in Istanbul. Daar was hun vader weken eerder naartoe gegaan, om het Museum van de Onschuld te zien, ingericht door de Turkse schrijver Orhan Pamuk. Een hoteleigenaar had hun vader bij het consulaat gebracht, zonder geld, bagage of paspoort. Hij was in een psychose geraakt. En nu was hij verdwenen. Meteen besloten broer en zus om het vliegtuig te nemen. Ze gingen een verwarde man zoeken in een wereldstad. Zonder te weten waar te beginnen.

Over deze zoektocht maakten Michaël en Amber, samen met radiomaker Wederik De Backer, de prachtige npo-radiodocumentaire Naar Istanbul. De luisteraar maakt elke stap mee die het tweetal maakt, hoort hun moedeloze en soms hoopvolle gedachten, de intieme telefoongesprekken met hun moeder, en uiteindelijk de stem van hun vader die ze na een optreden in een Turkse televisieshow vastgebonden in een ziekenhuisbed aantreffen. En die zich, ook als hij terug is uit zijn waanwereld, niet goed kan voorstellen wat zijn kinderen hebben doorgemaakt.

In de week waarin de documentaire werd uitgezonden, had Michaël Bloos de première van een voorstelling waarin hij zijn vader speelt. Istanbul: Bericht van de andere kant gaat over dezelfde gebeurtenis, en het is bijzonder om te ervaren hoe media-eigen de twee verslagen zijn. In het theater stelt Bloos zich voor. Zichzelf, als acteur, en als zoon van een vader met psychoses, die zelf weleens bang is om gek te worden. En hij stelt zich voor hoe zijn vader door Istanbul liep voordat hij gevonden werd. Hoe diens overproductieve brein in de stad die gespleten wordt door de Bosporus de verbinding zag tussen het Oosten en het Westen. Hoe hij rondkeek in het Museum van de Onschuld. Of is het Michaël zelf die daar loopt, in het voetspoor van zijn vader?

De voorstelling, door Bloos zelf geregisseerd, roept de duizeling op van een spiegelpaleis. Gilles Biesheuvel, door Bloos op het podium uitgenodigd om hém te spelen, verzet zich daartegen en kruipt ook in de huid van de vader. Tegelijkertijd ontpopt Biesheuvel zich als Michaëls criticus: hij heeft Michaël weleens les gegeven op de Toneelschool en vond hem maar gladjes, iemand zonder rafelrand. Hij vertolkt de autoritaire stem van de vroegere toneelleraar die Michaëls theaterideeën afkeurde, en stelde dat theater bestaat uit de spanning tussen de feiten en de fictie. Over de vraag of je die twee wel kunt onderscheiden gaat deze voorstelling.

Tekstschrijver Freek Vielen roept in fragmenta-rische spiegelscherven de binnenwereld op van de zoon die zichzelf zoekt in de schaduw van zijn ongrijpbare, supercreatieve vader mét rafelrand. Gefilosofeer over wat écht toneelspel is, psychotische associaties en berichten uit Istanbul culmineren in de hilarische chaos van de Turkse televisieshow, waar waanzin en realiteit samenvallen. Knap opgebouwd. De radiodocumentaire en de voorstelling tellen heel mooi bij elkaar op. De eerste volgt de werkelijkheid. De tweede maakt duidelijk hoe complex en fluïde de werkelijkheid is.

Partners